Ananas donuts

Begin met het beslag te maken zodat het even kan rusten. Daarvoor neem je een hoge maatbeker en meng je de havermout, het ei, de amandelmelk en het bakpoeder. Voeg er een snuif kaneel en een snuifje zout aan toe. Voeg naar wens agavesiroop of honing toe. Mix het beslag goed glad, dat kan een paar minuten duren. Het is belangrijk dat de havermout fijn gemixt is. Stort het beslag in een diep bord. Verwijder de kroon en het onderste van de ananas. Snij dikke schijven van de ananas (2 cm), verwijder de schil en de harde kern (die snij je uit met een scherp mes of een appelboor). Leg de ananas op keukenpapier en dep de schijven droog. Verwarm een pan met antiaanbaklaag. Leg 2 schijven ananas in het beslag en haal ze erdoor. Leg de schijven in de pan en bak de donuts een drietal minuten per kant op een middelhoog vuur.

Doe de plattekaas met een snuifje kaneel, ½ tl vanille extract en wat zoetmiddel of honing in een hoge maatbeker en zet er even de mixer in.

Voor de kaneelroom: Giet de slagroom in een hoge maatbeker en voeg er 1 kl bloemsuiker en een snuifje kaneel aan toe. Klop de room met hoge snelheid stijf op.

Tip:
Boter zal aanbranden dus gebruik een vetstof die hoge temperaturen aankan: kokosolie, arachideolie, rijstolie, …
We starten met het maken van het beslag omdat het dikker wordt door te rusten. Dat is de gist in het bakpoeder dat zijn werk doet. Het is die dikte die we nodig hebben om een mooie laag rond het fruit te krijgen.
Het fruit moet drooggedept worden omdat het sap anders het beslag zal verdunnen en omdat anders het beslag minder goed hecht.
Het laatste van het beslag kan je gebruiken om kleine blokjes van ander fruit door te halen en mee op te bakken (vb. banaan, appel, peer, mango,…).